Immuniteit & immunisatie
Immuniteit
Deze figuur illustreert de specificiteit van de immuunrespons en het bestaan van een geheugen. Een persoon wordt blootgesteld aan het antigeen X. Een macrofaag neemt dit antigeen op en presenteert dit aan T-helperlymfocyten, waardoor deze geactiveerd worden. Op hun beurt activeren de T-helperlymfocyten de B-lymfocyten. Een deel van de B-lymfocyten differentieert naar plasmacellen die antistoffen gaan produceren specifiek voor antigeen X (anti-X). Hierdoor wordt het pathogeen opgeruimd. Dit is de primaire immuunrespons. Een deel van de specifieke B-lymfocyten (anti-X B-cellen), gaan differentiëren naar B-geheugenlymfocyten.
Bij een 2de blootstelling aan antigeen X, gaat de specieke B-geheugenlymfocyten dit antigeen zeer snel herkennen en massaal delen, waardoor heel veel specifieke B-lymfocyten (anti-X B-cellen) worden gevormd. Deze differentiëren naar plasmacellen die zeer veel antistoffen specifiek voor antigen X gaan produceren, waardoor het pathogeen zeer snel wordt opgeruimd. Dit is de secundaire immuunrespons.
Deze reactie is specifiek voor een bepaald antigeen (antigen X), want blootstelling met een ander antigeen (antigen Y), zal een primaire immuunrespons uitlokken.
Immunisatie
Immunisatie wil zeggen dat de mens tussenkomt om immuniteit te verkrijgen. Dat kan op een actieve manier door vaccinatie of op een passieve manier door serumtherapie .
shutterstock.com
shutterstock.com
Vaccinatie
Bij vaccinatie wordt een middel toegediend dat een immuunreactie zal opwekken zonder dat die persoon hiervan ziek wordt. Vaccins kunnen levende, verzwakte organismen bevatten of kunnen bestaan uit doden pathogenen of delen ervan. Kinderen krijgen bijvoorbeeld inentingen tegen difterie, tetanus, polio, mazelen, bof en rode hond.
Serumtherapie
Als de ziekte al uitgebroken is kan serumtherapie worden toegepast. De patiënt krijgt serum toegediend van mensen of dieren die de ziekte al hebben doorgemaakt en waarin dus specifieke antistoffen aanwezig zijn. Deze behandeling werkt snel, maar heeft geen blijvend effect. De antistoffen worden na enkele maanden afgebroken en het immuunsysteem van de patiënt is niet ingeschakeld om zelf antistoffen te produceren. Serumtherapie is niet voor alle ziektes mogelijk, wel wordt het gebruikt voor bijvoorbeeld mazelen, tetanus, slangengif, ....
shutterstock.com